Sola Scriptura

Sola Scriptura  

In de ijdelheid van hun geest.

Een orthodox onderzoek

naar de protestantse leer.

door Fr. John Whiteford

Oorspronkelijke engelse text: http://orthodoxinfo.com/inquirers/tca_solascriptura.aspx

en    http://www.fatheralexander.org/booklets/english/sola_scriptura_john_whiteford.htm

Opmerking van de uitgever: Vader John Whiteford is een voormalig Nazarene Associate Pastor, die kort na het voltooien van zijn graad in Religie aan de Southern Nazarene University in Bethany, Oklahoma, tot het Orthodoxe geloof is bekeerd. Hij kwam voor het eerst in aanraking met de Orthodoxie als gevolg van zijn betrokkenheid bij de lokale Pro-Life (Rescue) beweging, waarbij ook vader Anthony Nelson en een aantal van zijn parochianen betrokken waren. Na meer dan een jaar onderzoeken van de Schriften en de geschriften van de vroege Kerk, en door de liefde, gebeden en het geduld van vader Anthony en de parochianen van St. Benedicts, werd Fr. John ontvangen in de Heilige Orthodoxe Kerk. Toen hij dit artikel schreef, was hij een voorlezer in St. Vladimirs in Houston, Texas en nu zet hij zijn studie voort. Sindsdien is hij tot Diaken gewijd en dient in St. Jona in Houston, Texas onder de Orthodoxe Kerk van Mantsjoerije (Russisch-Orthodoxe Kerk buiten Rusland).

Inhoud: Inleiding. Is er nog hoop voor de Protestanten? Waarom alleen Sola Scriptura? Problemen met de leer van Sola Scriptura. De Orthodoxe benadering van de Waarheid.  Conclusie.

Inleiding:

Is er nog hoop voor de Protestanten?

Sinds mijn bekering van Evangelisch Protestantisme tot het Orthodoxe geloof, heb ik gemerkt dat er een algemene verbazing bestaat onder velen, die Orthodox zijn opgevoed, over dat een Protestant bekkeert kan worden. Dit is niet omdat ze onzeker zijn over hun eigen geloof. Meestal zijn ze gewoon verbaasd dat er iets bestaat, dat door de Protestantse koppigheid heen zou kunnen breken!  Wat ik begrepen heb is, dat de meeste Orthodoxen een beperkt en en verward  idee hebben over wat het Protestantisme is, en waar zijn aanhangers vandaan komen.  Dus wanneer “geboren” orthodoxe gelovigen hun discussies met protestanten hebben, kunnen ze over het algemeen niet communiceren ook al gebruiken ze vaak dezelfde woorden, omdat ze niet dezelfde theologische taal spreken. Met andere woorden, ze hebben geen gemeenschappelijke theologische basis om  hun verschillen te bespreken. Natuurlijk, als men zich realiseert, dat er tegenwoordig ongeveer twintigduizend-plus verschillende Protestantse groepen bestaan ​​(met als enige constante eigenschap dat elke groep beweert dat hij de Bijbel juist begrijpt), moet men zeker meevoelen met degenen die daardoor een beetje in de war komen.

Ondanks alles wat hen in de weg staat, is er zeker hoop voor Protestanten. Protestanten die op zoek zijn naar theologische geestelijke gezondheid, naar de ware eredienst en naar het oude Christelijke geloof, roffelen  praktisch op  deuren van onze Kerk (natuurlijk klinkt dit voor degenen die niet geintereseerd zijn, misschien een beetje vreemd). Ze zijn niet langer tevreden met de tegenstrijdigheden en de stokpaardjes van het hedendaagse Protestantse Amerika, maar als we de deur openen voor deze vragenstellers moeten we klaar zijn om te antwoorden. Deze mensen hebben vragen! Veel van deze vragenden zijn Protestantse predikanten, of behoren tot de beter geïnformeerde leken, ze zijn oprechte zoekers naar de Waarheid, maar ze moeten veel afleren. Om hen te helpen zich door deze materie te werken, worden Orthodoxe Christenen vereist, die goed op de hoogte zijn.  Orthodoxe Christenen  die weten waar Protestanten vandaan komen, maar nog belangrijker, die weten wat ze zelf geloven!

Ironisch genoeg (of is het  voorzienigheid) is deze stijging van interesse voor de Orthodoxie onder Amerikanen van Protestantse achtergronden gekomen, door het openen van de deuren van het voormalige Communistische blok, zelfs al heeft dit een ongekende aanval teweeg gebracht van alle religieuze sekten en cults, op deze vanouds Orthodoxe mensen. Voorop, de Amerikaanse Evangelicals en Charismatischen,met al hun sekten al struikelend over elkaar, die er prat op gaan, met gewichtige grootspraak, dat ze zich zelfs ook onder de Goddeloze Russen gevestigd hebben!

Dus nu worden wij Orthodoxen gepresenteerd met een dubbele urgentie – aan de ene kant is er de missionaire taak van de presentatie van het Geloof aan de Protestanten hier in het Westen, maar aan de andere kant moeten we serieus de verspreiding van ketterijen onder de Orthodoxen bestrijden, zowel hier als in traditioneel Orthodoxe landen. In beide gevallen is het zaak om onszelf uit te rusten met voldoende kennis en inzicht in de problemen waarmee we geconfronteerd worden.

Misschien is het meest afschrikwekkende kenmerk van het Protestantisme wel- het kenmerk dat het een reputatie van hardnekkige veerkracht heeft, zijn talrijke verschillen en tegenstellingen. Net als de de mythische Hydra, kan het zijn vele hoofden alleen maar vermenigvuldigen, en al is het een waardige taak te proberen al deze ketterijen individueel te begrijpen en confronteren, is dit niet de sleutel tot overwinning. Om  de unieke overtuigingen van iedere individuele sekte tebegrijpen, is kennis van de geschiedenis en de ontwikkeling van het Protestantisme in het algemeen vereist, een groot  onderzoek naar elke lijn van de Protestantse theologie, aanbidding, enz., evenals het lezen van veel hedendaagse literatuur om een ​​aantal van de meer belangrijke cross-trends die op dit moment aan het werk zijn (zoals Liberalisme, of Emotionalisme) te begrijpen. Zelfs met dit alles, kan men niet hopen de nieuwe groepen die bijna dagelijks uit de grond schieten bij te houden.  Maar ondanks al hun verschillen is er een fundamentele onderliggende veronderstelling, die de vormeloze massa van deze duizenden uiteenlopende groepen, verenigt in de algemene categorie “Protestant” . Alle protestantse groepen (met enkele kleine uitzonderingen) geloven dat hun groep de Bijbel op de juiste manier uitlegt en hoewel ze het allemaal oneens zijn over wat de Bijbel zegt, zijn zij het over het algemeen eens over hoe men de Bijbel moet interpreteren – ZELF! -los van de kerkelijke Traditie. Als men zover kan komen om dit geloof te begrijpen, waarom het verkeerd is, en hoe men de Heilige Schrift juist kan benaderen, dan kan men elke Protestant van welke richting dan ook, met begrip tegemoetkomen. Zelfs groepen zo verschillend als de Baptisten en Jehova’s Getuigen zijn echt niet zo verschillend als ze lijken, zodra men dit essentiële punt heeft begrepen – inderdaad als men ooit de kans zou krijgen om een ​​Baptist en een Jehova’s Getuige te horen ruziën over de Bijbel, zult u merken dat ze in de uiteindelijke analyse gewoon over en weer verschillende Schriftteksten aan elkaar citeren. Als ze beiden intellectueel op elkaar zijn afgestemd, zullen ze geen van tweeen tot een conclusie komen met hun discussie, omdat ze het in wezen eens zijn over hun benadering van de Bijbel. En omdat ze geen van  beiden deze in de grond gemeenschappelijke veronderstelling in vraag stellen, kunnen ze geen van beiden zien dat hun wederzijds gebrekkige benadering van de Schriften het probleem is. Hierin ligt de kern van deze Hydra van ketterijen – doorboor haar hart en haar vele hoofden vallen direct levenloos op de grond .

Waarom alleen de Heilige Schrift?

Als we willen begrijpen wat Protestanten denken, moeten we eerst weten waarom ze geloven wat ze geloven. In feite als we proberen onszelf in de plaats van die vroege Hervormers, zoals Martin Luther, in te denken, moeten we zeker  waardering hebben voor hun redenen om de Doctrine van Sola Scriptura (of “de Schrift alleen”) te verdedigen. Wanneer men de corruptie in de Rooms-Katholieke Kerk in die tijd, de ontaarde leringen die zij bevorderde, en de verwrongen uitleg van de Traditie die zij gebruikte om zichzelf te verdedigen,- afgezien van het feit dat het westen enige eeuwen geen noemenswaardig contact met haar voormalige Orthdoxe erfgoed had- gezien deze beperkingen is het moeilijk voor te stellen dat Luther tot een veelbetekend beter resultaat gekomen zou zijn. Hoe kon Luther zich op de Traditie beroepen om deze misstanden te bestrijden, als de Traditie (zoals iedereen in het Roomse westen was geindoctrineerd te geloven)verpersoonlijkt werd door het pausdom, dat zelf verantwoordelijk was voor deze misstanden. Voor Luther, was het de Traditie die fouten gemaakt had, en als hij de Kerk wilde hervormen, zou hij dat moeten doen met de zekere ondersteuning van de Heilige Schrift.  Luther heeft echter nooit echt geprobeerd de Traditie helemaal af te schaffen, en hij heeft nooit de Schrift echt “alleen” gebruikt. Wat hij werkelijk probeerde te doen was: de Schrift gebruiken om zich te ontdoen van die delen van de Roomse Traditie die corrupt waren. Helaas heeft zijn rhetoriek zijn eigen praktijk ver overtroffen, en meer radicale Hervormers trokken hun logische conclusie uit het idee van Sola Scriptura.

Problemen met de

leer van Sola Scriptura

A. Het is een leer gebaseerd op een aantal foutieve veronderstellingen.

Een veronderstelling is iets dat we vanaf het begin voor lief nemen, meestal vrij onbewust. Zolang een veronderstelling geldig is, is alles prima en goed, maar een verkeerde veronderstelling leidt onvermijdelijk tot verkeerde conclusies. Men zou hopen dat ook al heeft men een onbewuste veronderstelling, en bewezen wordt dat de conclusies fout zijn, men zichzelf afvraagt waar de fout zit. Protestanten die bereid zijn om eerlijk de huidige stand van de Protestantse wereld te beoordelen, moeten zich eigenlijk afvragen waarom, als het Protestantisme en de fundamentele leer van Sola Scriptura werkelijk van God is, heeft geresulteerd in meer dan twintig-duizend verschillende groepen die het niet eens kunnen worden over fundamentele aspecten van wat de Bijbel zegt. Of zelfs wat het betekent om een Christen te zijn?

Hoe bestaat het (als de Bijbel voldoende is, afgezien van de Heilige Traditie) dat een Baptist, een Jehova’s Getuige, een Charismatische en een Methodist die allemaal beweren te geloven wat de Bijbel zegt, dat toch niemand van hen het erover eens is wat de Bijbel zegt?

Het is klaarblijkelijk dat de situatie, waarin Protestanten terecht gekomen zijn,  verkeerd is, welke maatstaf men ook gebruikt.

Helaas zijn de meeste Protestanten bereid om deze trieste stand van zaken aan bijna alles de schuld te geven – aan alles behalve de wortel van het probleem.

Het idee van Sola Scriptura is zo fundamenteel voor het Protestantisme, dat dit idee te betwijfelen voor hen bijna hetzelfde is als het ontkennen van God.

Maar zoals onze Heer zei: “elke goede boom brengt goede vruchten voort, maar een slechte boom brengt slechte vruchten voort” (Mattheüs 7 : 17). Als we  Sola Scriptura oordelen naar zijn vruchten dan blijven we  met geen andere conclusie dan, dat deze boom moet worden ‘uitgehouwen en in het vuur geworpen “(Mattheüs 7:19).

Verkeerde veronderstelling 1: 

De Bijbel was bedoeld als het laatste woord over geloof, vroomheid en aanbidding.

a). Leert de Schrift dat hij alleen “helemaal voldoende” is?

De meest voor de hand liggende veronderstelling die aan de leer van de “Schrift alleen” ten grondslag ligt, is dat de Bijbel alles inhoudt wat nodig is voor alles wat het leven van een Christen  betreft – alles wat nodig zou zijn voor het ware geloof, de praktijk, vroomheid en aanbidding. De Schrifttekst die  meestal wordt aangehaald om deze veronderstelling te steunen is:

” ….en dat gij van kindsbeen de Heilige Schrift kent, die u wijs kunnen maken tot zaligheid door het geloof in Christus Jezus. Elk van God ingegeven schriftwoord, is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren, en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust (II Timotheüs 3:15-17).

Degenen die deze tekst zouden gebruiken om te pleiten voor Sola Scriptura, beweren dat deze tekst “al het nodige” van de Schrift leert – want: “Als, inderdaad, de Heilige Schrift in staat is om de vrome mens volmaakt te maken … dan inderdaad  is er geen behoefte aan de Traditie om volledigheid en perfectie te bereiken.[1]

Maar wat kan echt gezegd worden op basis van deze tekst?

Om te beginnen, moeten we vragen waar Paulus het over heeft als hij spreekt over de Schriften die Timotheus heeft gekend sinds hij een kind was. We kunnen er zeker van zijn dat Paulus niet verwijst naar het Nieuwe Testament, want het Nieuwe Testament was nog niet geschreven toen Timotheus een kind was – in feite was het nog niet eens bijna klaar toen Paulus deze brief aan Timotheüs  schreef, laat staan verzameld in de canon van het Nieuwe Testament zoals we het nu kennen. Uiteraard hier, en in de meeste verwijzingen naar “de Schrift” die we vinden in het Nieuwe Testament, spreekt Paulus over het Oude Testament. Als deze tekst dus zal worden gebruikt om de grenzen van geïnspireerde autoriteit te stellen, wordt niet alleen de Traditie uitgesloten, maar deze tekst zelf en het hele Nieuwe Testament.

In de tweede plaats, als Paulus de bedoeling had om de Traditie uit te sluiten als niet nuttig, dan moeten we ons afvragen waarom Paulus  niet-bijbelse mondelinge overlevering gebruikt in dit zelfde hoofdstuk. De namen Jannes en Jambres worden niet gevonden in het Oude Testament, maar in II Timotheüs 3:08  verwijst Paulus naar hen als tegenstanders van Mozes. Paulus steunt op de mondelinge Traditie, dat de namen van de twee meest prominente Egyptische Magiërs in Exodus (7-8) “Jannes” en “Jannes”waren.[2] En dit is zeker niet de enige keer dat een niet -bijbelse bron wordt gebruikt in het Nieuwe Testament – het meest bekende voorbeeld is in de brief van Judas, die citeert uit het Boek van Henoch (Judas 14,15 vgl. Henoch 01:09.).

Toen de Kerk de boeken van de Schrift officieel heilig verklaarde, was het voornaamste doel, het vaststellen van een gezaghebbende lijst van boeken die als de Heilige Schrift moest worden aangenomen, om de Kerk te beschermen tegen frauduleuze boeken die aanspraak maakten Apostolisch te zijn, maar in feite het werk van ketters waren (bijvoorbeeld het evangelie van Thomas).

Ketterse groepen konden hun leer niet op de heilige Traditie baseren, omdat hun leer buiten de Kerk ontstond, dus de enige manier om op de een of andere gezaghebbende basis aanspraak te maken voor hun ketterijen, was om de betekenis van de Schrift te verdraaien en om nieuwe boeken te bedenken in naam van de Apostelen of Oudtestamentische heiligen. De Kerk verdedigde zich tegen deze ketterse leerstellingen met een beroep op de Apostolische oorsprong van de Heilige Traditie (bewezen door de Apostolische successie, namelijk het feit dat de bisschoppen en leraren van de Kerk in het verleden hun directe afkomst van de Apostelen kunnen aantonen), en door een beroep op de universaliteit van het Orthodoxe geloof (dat wil zeggen dat het Orthodoxe geloof is dat hetzelfde geloof dat Orthodoxe Christenen altijd in hun hele geschiedenis en over de hele wereld hebben aanvaard). De Kerk verdedigde zich tegen valse en ketterse boeken door het samenstellen van een gezaghebbende lijst van heilige boeken die in de hele Kerk werden ontvangen als goddelijk geïnspireerd zijnde en van Oudtestamentische of Apostolische oorsprong.

Door het samenstellen van de canonieke lijst van de Heilige Schrift, wilde de Kerk niet suggereren dat deze alle informatie die nodig is voor de eredienst en de goede orde in de Kerk en het volledige Christelijke geloof, inhield.[3]

Er is echter een ding dat buiten ernstige discussie staat, en dat is dat de Kerk tijdens het regelen van de Canon van de Schrift, in zijn geloof en aanbidding in wezen niet te onderscheiden is van de Kerk van latere periodes – dit is een historische zekerheid.  Wat betreft de structuur van het kerkelijk  gezag, waren het de Orthodoxe bisschoppen samen, in verschillende concilies die het probleem van de Canon geregeld hebben – en daarom is het tot op de dag van vandaag nog zo in de Orthodoxe Kerk als er een vraag over de leer of de discipline moet worden beantwoord.

b). Wat was het doel van de Geschriften van het Nieuwe Testament ?

In van bijna alles Protestantse bijbelstudies wordt geleerd (en ik denk juist geleerd in dit geval) dat wanneer men de Bijbel bestudeert, onder andere, het genre (of literaire type) literatuur in een bepaalde tekst die men aan het lezen is te overwegen, omdat verschillende genres verschillende toepassingen hebben.

Een andere overweging is natuurlijk het onderwerp en doel van het boek of tekst waar u mee te maken heeft.

In het Nieuwe Testament hebben we vier grote categorieën van literaire genres: evangelie, historisch verhaal (Handelingen), brieven, en het apocalyptische – profetische boek Openbaring. Evangeliën werden geschreven om te getuigen van Christus’ leven, dood en opstanding. Bijbelse historische verhalen vertellen over de geschiedenis van Gods volk en ook over de levens van belangrijke personen in die geschiedenis, en tonen daarin Gods voorzienigheid aan. Brieven werden voornamelijk geschreven om specifieke problemen die waren ontstaan ​​in verschillende Kerken, te beantwoorden, dus werden de dingen die door iedereen werden aangenomen en begrepen, en niet als een probleem werden beschouwd over het algemeen niet in elk detail aangeroerd . Leerstellige kwesties die werden behandeld, waren over het algemeen betwiste of verkeerd begrepen leerstellingen. [4] Zaken van aanbidding werden alleen behandeld als er  problemen waren (bv. I Corinthen 11-14). Apocalyptische geschriften (zoals de Openbaring) werden geschreven om Gods uiteindelijke overwinning in de geschiedenis te laten zien.

Laten we eerst opmerken dat geen van deze literaire types, die aanwezig zijn in het Nieuwe Testament, aanbidding als een primair onderwerp hebben, of bedoeld waren om informatie te geven over hoe men in de Kerk moest aanbidden. In het Oude Testament vindt men gedetailleerde (hoewel niet uitputtende) behandelingen van de aanbidding van het volk Israël (bijv. Leviticus, Psalmen) – in het Nieuwe Testament zijn er slechts een paar opmerkingenn over de aanbidding bij de eerste Christenen. Waarom is dit? Zeker niet omdat er geen orde in hun diensten bestond – liturgische historici hebben het feit vastgesteld dat de eerste Christenen bleven aanbidden op een manier die sterk gebaseerd was op de patronen van de Joodse eredienst die zij geërfd hadden van de Apostelen. [5]

Echter, zelfs de weinige verwijzingen in het Nieuwe Testament naar de eredienst in de vroege Kerk laten zien dat, verre van een wilde groep vrijgevochten “Charismatischen”, de Christenen in het Nieuwe Testament in de Kerk liturgisch aanbaden net als hun voorvaderen : ze hielden de uren van het gebed (Hand. 03:01), ze aanbaden in de Tempel (Hand. 02:46, 03:01, 21:26), en zij aanbaden in Synagogen  (Hand.18:04).

We moeten er ook rekening mee houden, dat geen van de soorten literatuur die in het Nieuwe Testament voorkomen, een uitgebreide leerstellige instructie als doel hebben – zij bevatten geen catechismus of een systematische theologie.

Als alles wat we nodig hebben als Christenen alleen de Bijbel zelf is, waarom is er dan geen soort van een uitgebreide leerstellige verklaring? Stel voor hoe gemakkelijk de vele strijdpunten opgelost hadden kunnen worden als de Bijbel duidelijk elke leerstellige vraag had beantwoord. Maar zo gemakkelijk als het anders zou zijn geweest, worden er zulke dingen niet gevonden in de boeken van de Bijbel.

Laat niemand het punt dat hier gemaakt wordt verkeerd  begrijpen. Niets van dit alles is bedoeld om aan de belangrijkhied van de Heilige Schrift af te doen – God verhoede! In de Orthodoxe Kerk wordt de Schrift verondersteld volledig geïnspireerd, onfeilbaar en gezaghebbend te zijn. Toch is het feit  dat de Bijbel niet over elk onderwerp dat van belang is voor de Kerk onderwijst.

Zoals reeds gezegd, het Nieuwe Testament geeft weinig details over hoe te aanbidden – maar dit is zeker geen kleinigheid. Verder is de Kerk die ons de Heilige Schrift overgeleverd en voor ons bewaard heeft, precies dezelfde Kerk van wie we ons voorbeeld van aanbidding hebben ontvangen.

Als we de trouw van deze Kerk om de Apostolische eredienst te bewaren wantrouwen, dan moeten we ook haar trouw om de Schrift te behouden wantrouwen. [6]

c). Is de Bijbel, in de praktijk werkelijk “volkomen voldoende” voor Protestanten?

Protestanten beweren vaak dat ze “gewoon de Bijbel geloven,” maar een aantal vragen komen op wanneer men kijkt naar het daadwerkelijke gebruik van de Bijbel.

Bijvoorbeeld, waarom schrijven Protestanten zo veel boeken over de leer en het Christelijke leven in het algemeen, als inderdaad alles wat nodig is de Bijbel is? Als de Bijbel op zichzelf voldoende is om alles te begrijpen, waarom delen Protestanten dan niet gewoon Bijbels uit?

En als het dan “volkomen voldoende” is, waarom levert dit dan geen vaste resultaten op, dat wil zeggen waarom geloven Protestanten niet allemaal hetzelfde? Wat is het doel van de vele Protestantse studiebijbels, als alles wat nodig is, de Bijbel zelf is?  Waarom delen ze folders en ander materiaal uit? Waarom onderwijzen ze en waarom zouden ze zelfs preken – waarom niet gewoon de Bijbel aan de mensen voorlezen? Het antwoord is hoewel ze dat meestal niet toegeven, dat de Protestanten instinctief weten dat de Bijbel niet op zichzelf begrepen kan worden. In feite heeft iedere Protestantse sekte zijn eigen traditiepakket, hoewel ze over het algemeen natuurlijk weer niet noemen wat dat die precies zijn. Het is geen toeval dat Jehova’s Getuigen allemaal dezelfde dingen geloven en Southern Baptists in het algemeen dezelfde dingen geloven, maar Jehova’s Getuigen en Southern Baptists samen nadrukkelijk niet dezelfde dingen geloven. Jehova’s Getuigen en Southern Baptists komen niet elk afzonderlijk met hun eigen ideeën op vanuit een onafhankelijk bestuderen van de Bijbel; maar veeleer, wordt aan elke groep geleerd om  op een bepaalde manier te geloven – vanuit een gemeenschappelijke Traditie. Dus dan is de vraag eigenlijk niet of we alleen maar de Bijbel gewoon geloven of dat we ook gebruik maken van de Traditie – de echte vraag is die: welke Traditie zullen we gebruiken om de Bijbel te interpreteren? Welke Traditie kan worden vertrouwd, de Apostolische Traditie van de Orthodoxe Kerk, of de verwarde en moderne Tradities van het Protestantisme die geen diepere wortels hebben dan tot de komst van de Protestantse Reformatie.

VERKEERDE VERONDERSTELLING 2:

De Schriften waren de basis van de vroege Kerk, terwijl Traditie gewoon een ‘menselijke corruptie “is die pas veel later kwam.

Vooral onder Evangelisten en zogenaamde Charismatischen zal u ontdekken dat het woord :”Traditie” een denigrerende term is, en dat om iets als “Traditie” te bestempelen ongeveer gelijk staat met het te betitelen als “vleselijk”, “geestelijk dood”, “destructief” en / of “wettisch”. Als Protestanten het Nieuwe Testament lezen, lijkt het voor hen duidelijk  dat de Bijbel Traditie ronduit veroordeelt als het tegenovergestelde van de Schrift. Het beeld dat deze groepen over het algemeen hebben van de vroege Christenen, is in wezen dat de eerste Christenen vrij veel leken op 20ste eeuwse  Evangelisten of Charismatischen! Dat Christenen in de eerste eeuw een liturgische eredienst zouden hebben gehad, of zouden hebben gehandeld op grond van enige Traditie is ondenkbaar – pas later, “toen de Kerk vervalst werd “, denken ze dat dergelijke dingen ingetreden zijn in de Kerk. Het komt als een hele klap voor deze Protestanten (net als voor mij)[vert. en ook voor mij] wanneer zij daadwerkelijk een studie maken van de vroege Kerk en de geschriften van de vroege Kerkvaders en beginnen een duidelijk ander beeld voor ogen te zien, dan dat waartoe ze altijd werden geleid om aan te nemen. Men vindt bijvoorbeeld uit, dat de eerste Christenen niet elke zondag hun Bijbels mee naar de Kerk sjouwden voor een Bijbelstudie – in feite was het zo moeilijk om een ​​kopie van zelfs maar gedeelten van de Schrift te krijgen, met het oog op de tijd en middelen die betrokken waren bij maken van een kopie, dat zeer weinigen hun eigen exemplaar gehad zouden hebben. In plaats daarvan, werden de kopieën van de Schrift door aangewezen personen in de Kerk bewaard, of op de plaats waar de Kerk voor de eredienst bijeen kwam. Bovendien hadden de meeste Kerken geen volledige kopieën van alle boeken van het Oude Testament, en nog veel minder van het Nieuwe Testament (dat niet klaar was tot bijna het einde van de eerste eeuw, en niet in zijn definitieve canonieke vorm tot de vierde eeuw). Dit wil niet zeggen dat de vroege Christenen de Schrift niet bestudeerden – ze deden dat in alle ernst, maar als groep, niet als individu. En voor het grootste deel van de eerste eeuw werden de Christenen beperkt tot het bestuderen van het Oude Testament. Dus hoe kenden zij het Evangelie, het leven en de leer van Christus, hoe ze moesten aanbidden, wat te geloven over de natuur van Christus, etc? Ze hadden alleen de mondelinge Traditie doorgegeven door de Apostelen. Zeker, velen in de vroege Kerk hoorden dit rechtstreeks van de Apostelen zelf, maar tallozen niet, vooral met het verstrijken van de eerste eeuw en ook de Apostelen. Latere generaties hadden toegang tot de geschriften van de Apostelen door het Nieuwe Testament, maar de vroege Kerk was vrijwel geheel afhankelijk van mondelinge Traditie wat betreft zijn kennis van het Christelijk geloof.

Deze afhankelijkheid van Traditie is duidelijk in het Nieuwe Testament zelf. Bijvoorbeeld, Paulus vermaant de Thessalonicenzen:

“zo dan, broeders, staat vast en houdt u aan de overleveringen, die u door ons hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, geleerd zijn,”(II Thessalonicenzen 2:15).

Het woord dat hier vertaald wordt als “tradities” (Ned. overlevering) is het Griekse woord paradosis – dat, hoewel verschillend vertaald in sommige Protestantse versies van de Bijbel, hetzelfde woord is, dat de Grieks – Orthodoxen gebruiken bij het spreken over Traditie, en weinige bekwame bijbelgeleerden zullen deze betekenis betwisten. Het woord zelf betekent letterlijk “wat wordt overgebracht”. Het is hetzelfde woord dat gebruikt wordt bij het negatief verwijzen naar de valse leer van de Farizeeën (Marcus 7:03, 5-8), en ook bij de verwijzing naar gezaghebbende Christelijke leer (I Korinthiërs 11:02, II Tessalonicenzen 2:15). Dus wat maakt de Traditie van de Farizeeën vals en die van de Kerk waar? De bron! Christus maakte duidelijk wat de bron was van de Tradities van de Farizeeën toen Hij hen “de Tradities van mensen” noemde (Marcus 7:8). Paulus daarentegen, verwijzend naar de Christelijke Traditie zegt: “Ik prijs het in u, dat gij in alles aan mij gedachtig blijft en aan de overleveringen (paradoseis) vasthoudt, als ik ze u overgegeven (paredoka, een werkwoordsvorm van paradosis) heb”.(I Korinthiers 11:02).  Maar waar heeft hij deze Tradities in de eerste plaats vandaan? “Want zelf heb ik bij de overlevering van de Heer ontvangen, wat ik u weder overgegeven [paredoka] heb” (I Korinthiers 11:23). Hiernaartoe verwijst de Orthodoxe Kerk wanneer zij spreekt over de Apostolische Traditie – “het geloof dat eenmaal aan de heiligen overgeleverd is [paradotheise]” (Judas 3). De bron is Christus, en werd door Hem persoonlijk aan de Apostelen door alles wat Hij zei en deed overgeleverd, als ” deze een voor een beschreven werden, dan zou, naar ik meen, de wereld zelf de boeken, die geschreven werden, niet kunnen bevatten” (Johannes 21:25 ). De Apostelen hebben deze kennis aan de gehele Kerk overgeleverd, en de Kerk,  de bewaarder van deze schat, werd op deze manier “een pijler en fundament van de Waarheid” (I Timoteüs 3:15).

De getuigenis van het Nieuwe Testament is op dit punt duidelijk: de eerste Christenen hadden zowel mondelinge als schriftelijke Tradities die ze van de Apostelen van Christus ontvingen. Voor schriftelijke Traditie hadden ze in eerste instantie slechts fragmenten – een plaatselijke Kerk had een brief, een andere misschien een Evangelie. Geleidelijk aan werden deze geschriften verzameld in collecties en uiteindelijk werden ze het Nieuwe Testament. En hoe wisten deze vroege Christenen welke boeken authentiek waren en welke niet – want (zoals reeds gezegd) waren er talrijke valse brieven en evangeliën waarvan de ketters verklaarden geschreven te zijn door Apostelen? Het was de mondelinge Apostolische Traditie die de Kerk geholpen heeft bij het maken van deze bepaling.

Protestanten reageren heftig op het idee van de Heilige Traditie, gewoon  omdat de enige vorm van Traditie die ze over het algemeen kennen, het concept is  van de Traditie in het Rooms-katholicisme. In tegenstelling tot de Roomse weergave van de Traditie, die wordt verpersoonlijkt door het pausdom, en nieuwe dogmas ontwikkelt, voorheen onbekend aan de Kerk (zoals de pauselijke onfeilbaarheid, om slechts een van de meer afschuwelijke voorbeelden te noemen)- geloven Orthodoxen niet dat Traditie groeit of verandert.

Zeker wanneer de Kerk wordt geconfronteerd met een ketterij, wordt ze gedwongen om meer precies het verschil tussen waarheid en dwaling te definiëren, maar de waarheid verandert niet. Het mag gezegd worden dat de Traditie zich uitbreidt, in die zin dat terwijl de Kerk zich door de geschiedenis beweegt, haar ervaringen niet vergeet langs de weg, zij herinnert zich de heiligen die geleefd hebben, en zorgt ervoor dat de geschriften van degenen die nauwkeurig het geloof hebben uitgelegd en verklaard bewaard blijven; maar het geloof zelf is (Judas 3) “eenmaal aan de heiligen overgeleverd”.

Maar hoe kunnen we weten dat in de Kerk de Apostolische Traditie in zijn zuiverheid bewaard is  gebleven ? Het korte antwoord is dat God hem bewaard heeft in de Kerk, want Hij heeft beloofd om dat te doen. Christus zei: “op deze petra zal Ik Mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen Haar niet overweldigen” (Matteüs 16:18) . Christus zelf is het hoofd van de Kerk (Efeziërs 4:16), en de Kerk is Zijn Lichaam (Efeziërs 1:22-23). Als de Kerk de zuivere Apostolische Traditie zou verliezen, dan zou de Waarheid op moeten houden de Waarheid te zijn – want de Kerk is de pijler en het fundament van de Waarheid (I Timotheüs 3:15).

De algemene Protestantse opvatting van de geschiedenis van de Kerk, nl. dat de Kerk in afvalligheid verviel vanaf de tijd van Constantijn tot aan de Reformatie maakt deze en vele andere geschriften zeker zinloos. Als de Kerk zou ophouden te bestaan, zelfs maar voor een dag, dan zouden de poorten van de hel haar op die dag overweldigen. Als dit het geval zou zijn, toen Christus de groei van de Kerk beschreef in Zijn gelijkenis van het mosterdzaadje (Matteüs 13:31-32), zou Hij hebben gesproken over een plant die begon te groeien, maar verpletterd werd, en in plaats daarvan zou later een nieuw zaadje ontkiemen – maar Hij gebruikte de beeldspraak van een mosterdzaadje, dat klein begint maar gestaag uitgroeit tot de grootste van alle tuinplanten.

Wat betreft degenen die veronderstellen dat er een groep van ware-gelovige Protestanten ergens duizend jaar lang in grotten wonen, waar is het bewijs? De Waldenzen [7] die als voorlopers worden beschouwd, door elke sekte van de Pinkstergemeente tot de Jehova’s Getuigen, bestonden niet voor de 12e eeuw. Het is, op zijn zachtst gezegd, een beetje vergezocht om te geloven dat deze ware gelovigen moedig geleden hebben onder de felle vervolgingen van de Romeinen, en toch de heuvels ingetrokken zijn zodra het Christendom  een legale religie werd. En toch lijkt zelfs dit mogelijk in vergelijking met de gedachte dat een dergelijke groep duizend jaar overleefd zou hebben  zonder een spoor van historisch bewijs na te laten, om gronden aan te voeren dat ze ooit had bestaan.

Op dit punt zou men kunnen tegenwerpen dat er in feite voorbeelden zijn van mensen in de geschiedenis van de Kerk, die dingen leerden die in tegenstelling waren tot wat anderen leerden, dus wie zal zeggen wat de Apostolische Traditie is? En verder, wat moest er gebeuren als er een valse praktijk ontstond, hoe kon die later  onderscheiden worden van Apostolische Traditie? Protestanten stellen deze vragen, omdat er in de Rooms-Katholieke Kerk   ​​nieuwe en valsnauwelijkse “tradities” ontstonden, maar dit komt omdat het Latijnse Westen zelf eerst haar begrip van de aard van de Traditie vervalst heeft. Het Orthodoxe begrip dat eerder heerste in het Westen en werd bewaard in de Orthodoxe Kerk, is in feite dat Traditie in wezen onveranderlijk is en te herkennen is aan zijn algemeenheid of katholiciteit. Ware Apostolische Traditie is te vinden in de historische consensus van wat de Kerk onderricht. Vind uit wat de Kerk altijd heeft geloofd, door de geschiedenis heen, en overal in de Kerk, en dan heeft men de Waarheid gevonden. Als er een geloof kan worden aangetoond dat niet door de Kerk in haar geschiedenis is ontvangen, dan is dit ketterij. Let wel, echter, we spreken hier over de Kerk, niet over schismatische groepen. Er waren scheurmakers en ketters die in de periode van het Nieuwe Testament van de Kerk wegbraken, en er is sindsdien een voortdurende aanstroom van dergelijken, want zoals de Apostel zegt: “want scheuringen moeten er wel onder u zijn, zal  het blijken, wie onder u de toets kunnen doorstaan.” (I Corinthians 11:19)

Verkeerde veronderstelling 3:

Iedereen kan de Schrift voor zichzelf verklaren zonder hulp van de Kerk.

Hoewel veel Protestanten de manier waarop deze veronderstelling is geformuleerd, problematisch zouden vinden, is dit in wezen de veronderstelling die heerste toen de Hervormers voor het eerst de leer van Sola Scriptura verdedigden. De redenering was, dat de betekenis van de Schrift duidelijk genoeg is en dat iedereen alles kon begrijpen door gewoon zelf te lezen. Dus werd het idee verworpen dat men de hulp van de Kerk nodig zou hebben in het proces. Deze positie wordt duidelijk aangegeven door de Lutherse Geleerden uit Tübingen, die ongeveer dertig jaar na Luthers dood een briefwisseling hadden met Patriarch Jeremias II van Constantinopel :

Misschien zal er iemand zeggen dat aan de ene kant, de Schriften absoluut vrij van fouten zijn, maar aan de andere kant, is er ook veel verborgen door  onduidelijkheid, zodat zonder de verklaring en uitleg van de door de Heilige Geest-geinspireede Kerkvaders, ze niet duidelijk konden worden begrepen ….

Maar ondertussen is het ook zeker waar dat wat er nauwelijks waarneembar gezegd wordt  op sommige plaatsen in de Schrift, op een andere plaats   expliciet en duidelijk verklaard wordt, zodat zelfs de eenvoudigste persoon het [8] kan begrijpen.   Hoewel deze Lutherse geleerden beweerden dat ze de geschriften van de Heilige Vaders gebruikten, voerden zij toch aan dat ze overbodig waren, en dat, waar zij geloofden dat de Schrift en de Heilige Vaders verschilden, de Kerkvaders moesten worden genegeerd. Wat ze eigenlijk bedoelden, was echter dat als de leer van de Heilige Vaders in conflict kwam met hun eigen meningen over de Schrift, hun eigen meningen  meer gezaghebbend dan die van de Kerkvaders moesten worden beschouwd. In plaats van te luisteren naar de Kerkvaders, die zichzelf rechtvaardig en heilig hadden getoond, moet prioriteit worden gegeven aan de menselijke redenering van het individu. Dezelfde menselijke redenering die ertoe heeft geleid dat de meerderheid van de moderne Lutherse geleerden bijna elke leer van de Schrift (met inbegrip van de Goddelijkheid van Christus, de opstanding, enz.) afwijzen, en zelfs  de inspiratie van de Schrift zelf verwerpen. De Schrift waarop de vroege Lutheranen beweerden hun hele geloof baseren. In antwoord, stelde Patriarch Jeremias II duidelijk het ware karakter van de Lutherse leer bloot:

Laten wij dan de Tradities van de Kerk aannemen,  met een oprecht hart en zonder een veelheid van verklaringen. “Allen zie toch: ik heb ontdekt, dat God de mensen recht gemaakt heeft, maar zij zoeken vele bedenkselen” (Prediker 7:29). Laten we onszelf niet toestaan ​​om een ​​nieuw soort geloof te leren, dat wordt veroordeeld door de Traditie van de Heilige Vaders. Want de Goddelijke Apostel zegt: “Maar ook al zouden wij, of een engel uit de hemel u een Evangelie verkondigen, afwijkend van hetgeen wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt!” (Galaten 1:09).[9]

B.  De leer van Sola Scriptura

voldoet niet aan haar eigen criteria.

Men zou denken dat zo’n geloofssysteem als het Protestantisme, dat als voornaamste doctrine heeft dat de Schrift alleen gezaghebbend is op het gebied van geloof, allereerst zou proberen te bewijzen dat deze doctrine voldoet aan zijn eigen criteria. Men zou wellicht verwachten dat Protestanten honderden bewijs-teksten uit de Schrift kunnen aanvoeren om deze leer – waarop al het andere dat zij geloven is gebaseerd  – te ondersteunen. Op zijn minst zou men hopen dat er twee of drie solide teksten, die deze leer duidelijk onderwijzen gevonden zouden kunnen worden – omdat de Schrift zelf zegt: “op de verklaring van twee getuigen of van drie zal iedere zaak vaststaan” (II Corinthiërs 13:01) . Maar net als de jongen in het sprookje, die liet uikomen dat de keizer geen kleren aan had, moet ik erop wijzen dat er geen enkel vers in de gehele Heilige Schrift te vinden is dat de leer van Sola Scriptura leert. Er is er zelfs niet een die in de buurt komt. Oh ja, er zijn talloze plaatsen in de Bijbel die spreken van haar inspiratie, van haar gezag, en van haar voordeel – maar er is geen plaats in de Bijbel die leert dat de Schrift de enige autoriteit is voor de gelovigen. Als een dergelijke leer zelfs maar vaag aanwezig is, dan is het zeker dat de vroege Kerkvaders deze leer ook geleerd zouden hebben, maar wie van de Heilige Vaders heeft ooit zoiets geleerd? Dus is de meest elementaire leer van het Protestantisme zelfvernietigend, in strijd met zichzelf. Maar de Protestantse leer van Sola Scriptura wordt niet alleen niet onderwezen in de Schrift – hij wordt in feite uitdrukkelijk tegengesproken door de Schrift (dat hebben we al besproken) die leert dat de Heilige Traditie ook bindend is voor Christenen (II Thessalonicenzen 2:15; I Corinthiërs 11:02).

C.  Protestantse verklarende

benaderingen die niet werken.

Zelfs vanaf de vroegste dagen van de Reformatie, werden Protestanten gedwongen om het feit te accepteren, dat met de Bijbel en de logica van het individu alleen, de mensen niet eens konden worden over de betekenis van vele der meest fundamentele vragen van de leer. Tijdens Martin Luthers eigen leven waren er tientallen concurrerende groepen  ontstaan ​​die allemaal beweerden “alleen de Bijbel te geloven,” maar geen overeenstemming konden bereiken over wat de Bijbel zegt. Hoewel Luther moedig voor de Rijksdag van Worms stond en zei dat als hij  overtuigd werd door de Schrift, of door duidelijke reden, hij niets van wat hij leerde zou terugnemen. Later, toen de Wederdopers, die het met de Luthersen oneens waren over een aantal punten, eenvoudigweg vroegen om dezelfde toegeeflijkheid, hebben de Luthersen ze bij duizenden afgeslacht – dat is nou de rethoriek over het “recht van een individu om de Schrift voor zichzelf te lezen”. Ondanks de duidelijke problemen die de snelle versplintering van het Protestantisme gepresenteerd kreeg door de leer van Sola Scriptura en niet bereid om hun nederlaag toe te geven aan de paus, trokken de Protestanten  de conclusie dat het echte probleem moest liggen bij degenen waarmee ze het niet eens waren. Met andere woorden iedere andere sekte, behalve hun eigen, kon de  Bijbel niet correct lezen. Zo zijn er een aantal benaderingen te voorschijn gehaald als oplossing voor dit probleem. Natuurlijk moet de aanpak nog bedacht worden die de eindeloze vermenigvuldiging van scheuringen kon terugdraaien. En toch zijn er Protestanten die nog steeds zoeken naar de ongrijpbare methodologische “sleutel” die hun probleem zal oplossen. Laten we de meest populaire methoden onderzoeken, die tot nu toe ieder apart door de een of een andere groep nog uiteengezet geprobeerd te worden.

Aanpak # 1

Neem de Bijbel gewoon letterlijk – de betekenis is duidelijk.

Deze aanpak was zonder twijfel de eerste aanpak van de Hervormers, hoewel die zeer vroeg tot het besef kwamen dat dit op zichzelf een onvoldoende oplossing was voor de problemen die zich voordeden bij de leer van Sola Scriptura. Hoewel dit een mislukking was vanaf het begin, is deze benadering nog steeds de meest voorkomende onder de lager opgeleide Fundamentalisten, Evangelisten en Charismatischen – “De Bijbel zegt wat het betekent en betekent wat het zegt,” is een vaak gehoorde term . Maar als het gaat om teksten in de Schrift waarmee de Protestanten over het algemeen niet eens zijn, zoals wanneer Christus de Apostelen de macht gaf om zonden te vergeven (Johannes 20:23), of wanneer Hij zegt over de Eucharistie (Avondmaal) “dit is mijn lichaam …. dit is mijn bloed “(Matteüs 26:26,28), of wanneer Paulus leerde dat vrouwen hun hoofd moeten bedekken in de Kerk (I Corinthiers 11:1-16), dan zegt de Bijbel ineens niet meer wat het betekent  – “Waarom? deze teksten zijn niet letterlijk …”

Aanpak # 2

De Heilige Geest zorgt voor het juiste begrip.

Als aan Protestanten de vraag voorgelegd wordt naar de talrijke groepen die ontstonden onder de vlag van de Reformatie, en die het niet eens konden worden over hun interpretaties van de Schrift, was, zonder twijfel, de tweede oplossing voor het probleem, de bewering dat de Heilige Geest de vrome Protestanten naar de ware interpretatie van de Schrift zou leiden. Natuurlijk kon iedereen die het met de ander niet eens was onmogelijk worden geleid door dezelfde Geest. Het resultaat was dat elke Protestantse groep, al de groepen die van hen verschilden, als niet-Christelijk betitelden. Als deze aanpak nu, een geldige zou zijn, zou de geschiedenis overblijven met een groep Protestanten die de Schrift juist had geinterpreteerd. Maar welke van de duizenden denominaties kan het zijn? Natuurlijk hangt het antwoord af van met welke Protestant men spreekt. Van een ding kunnen we zeker zijn – hij of zij denkt waarschijnlijk dat zijn of haar groep het is.

Vandaag, echter, (afhankelijk van welke soort Protestant u in contact komt) loopt men meer kans Protestanten tegen te komen die de Waarheid tot op zekere hoogte min of meer hebben gerelativeerd dan anderen die nog steeds vasthouden dat hun sekte of splintergroep de “enige” is die “goed” is. Terwijl denominaties zich stapelen op denominaties werd het parallel daaraan voor allemaal een moeilijk spagaat om met een strak gezicht,te zeggen, dat zij alleen de Schrift juist begrepen hadden, hoewel er nog een aantal zijn die dat doen. Het komt steeds vaker voor dat elke Protestantse groep de verschillen tussen denominaties verkleint en gewoon concludeert, dat in naam van “de liefde”, die verschillen “er niet toe doen”.  Misschien heeft elke groep “een stukje van de waarheid,” maar niemand heeft de hele Waarheid (zo wordt geredeneerd). Dus was de algehele-ketterij van het  Oecumenisme geboren. Tegenwoordig stoppen veel “Christenen” niet eens  met hun oecumenische inspanningen om alleen Christelijke groepen een ​​stuk van de Waarheid toe te kennen.  Veel “Christenen” zijn nu ook van mening dat alle religies “stukken van de Waarheid” hebben. De voor de hand liggende conclusie, die de moderne Protestanten hebben gemaakt is, dat om de hele Waarheid te vinden elke groep hun “verschillen” zullen moeten laten vallen, hun “stuk van de Waarheid” op moeten geven, en -ziedaar- de hele waarheid zal eindelijk gevonden zijn!

Aanpak # 3

Laat de duidelijke teksten de onduidelijke verklaren.

Dit moet de perfecte oplossing voor het probleem geleken hebben van hoe de Bijbel opzichzelf te verklaren – laat de gemakkelijk te begrijpen teksten  degene die niet duidelijk zijn “interpreteren”. De logica van deze aanpak is eenvoudig, hoewel een tekst een waarheid onduidelijk kan aangeven, dezelfde waarheid zou zeker elders in de Schrift duidelijk  worden vermeld. Gewoon gebruik maken van deze “duidelijke teksten” als de sleutel en men heeft de betekenis van de “duistere tekst” ontsleuteld. Zoals de Tübingse Lutherse geleerden in hun eerste briefwisseling met Patriarch Jeremias II beweerden:

Daarom kon er nooit een betere manier worden gevonden om de Schrift te verklaren, anders dan dat de Schrift door de Schrift wordt verklaard, dat wil zeggen, via zichzelf. Want de gehele Schrift is ingegeven door een en dezelfde Geest, die zijn eigen wil het beste begrijpt en het best in staat om Zijn eigen betekenis [10] te vermelden.

Zo veelbelovend als deze methode ook leek, bleek het al snel een onvoldoende oplossing voor het probleem van de Protestantse chaos en verdeeldheid. Het punt waarop deze benadering uiteenvalt is: te bepalen welke teksten “duidelijk” en welke “onduidelijk” zijn. Baptisten, die geloven dat het onmogelijk is voor een Christen om zijn redding te kunnen verliezen als hij ‘gered’ is, kijken naar een aantal teksten waarmee zij heel duidelijk hun leer van “eeuwige zekerheid” onderhouden. Bijvoorbeeld: “Want de genadegaven en de roeping van God zijn onberouwelijk” (Rom. 11:29), en” Mijn schapen horen naar Mijn stem, en Ik ken ze en zij volgen Mij en Ik geef hun eeuwig leven en zij zullen voorzeker niet verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven”(Johannes 10:27-28).  Maar als Baptisten verzen tegenkomen die lijken te leren dat redding verloren kan gaan, zoals: “Zijn gerechtigheid zal de rechtvaardige niet redden, als hij tot overtreding komt” (Ezechiël 33:12), dan gebruiken ze de teksten die  “duidelijk” zijn om de teksten die “onduidelijk” zijn weg te redeneren.

Methodisten, die geloven dat gelovigen hun redding kunnen verliezen als ze God de rug toekeren, vinden in dergelijke teksten niet zo’n onduidelijkheid, en integendeel, bekijken ze de bovengenoemde “bewijs-teksten” van de Baptisten in het licht van de teksten, die ze als “duidelijk” ervaren. Op die manier gooien Methodisten en Baptisten Bijbelteksten over en weer, zich afvragend waarom de ander niet kan “zien” wat voor hen heel “duidelijk” lijkt.

Aanpak # 4

Historisch-kritische exegese

Verdrinkend in een zee van persoonlijke mening en verdeeldheid, begonnen Protestanten snel te zoeken naar een wat dan ook voor intellectuele methode, onder het mom van objectiviteit. Naarmate de tijd verstreek en de verdeeldheid zich vermenigvuldigde, werd de wetenschap en de logica (rede) steeds de standaard waarmee Protestantse theologen hoopten een samenhang van hun Bijbelse verklaringen tot stand te brengen. Deze “wetenschappelijke” benadering, die tegenwoordig in de Protestantse wetenschap  overheerst, en in deze eeuw zelfs begonnen is boven de Rooms-Katholieke wetenschap uit te steken, wordt in het algemeen aangeduid als “historisch-kritische exegese. Met het aanbreken van de zogenaamde “Verlichting”, leek de wetenschap alle problemen van de wereld te kunnen oplossen. De Protestantse wetenschap begon met het toepassen van de filosofie en de methodologie van de wetenschappen op theologie en de Bijbel. Sinds de Verlichting hebben  Protestantse geleerden elk aspect van de Bijbel geanalyseerd: de geschiedenis, de manuscripten, de bijbelse talen, etc. Alsof de Heilige Schrift een archeologische opgraving was. Deze geleerden hebben getracht elk fragment en stukje met de beste en nieuwste methoden die de wetenschap te bieden had, te analyseren. Om eerlijk te zijn, moet worden vastgesteld dat er veel nuttige kennis werd geproduceerd door een dergelijke wetenschap. Helaas heeft  deze methodiek ook gedwaald, droevig en fundamenteel, maar hij wordt afgebeeld met zo’n aura van wetenschappelijke objectiviteit dat hij velen in zijn ban houdt.

Net als alle andere methoden die door Protestanten gebruikt worden, heeft deze methode ook tot doel de Bijbel te begrijpen terwijl de kerkelijke Traditie genegeerd wordt. Hoewel er geen unieke Protestantse methode van exegese bestaat, hebben ze  allemaal als hun veronderstelde doel “laat de Schrift voor zichzelf spreken”. Natuurlijk is er geen Christen die beweert er tegen te zijn wat de Schrift zou “zeggen” als die door middel van deze methoden inderdaad “voor zich spreekt”. Het probleem is dat degenen die zichzelf als spreekbuis van de Schrift benoemen, het door hun eigen Protestantse veronderstellingen filteren. Terwijl ze beweren objectief te zijn,  interpreteren ze  de Schrift liever volgens hun eigen reeks van tradities en dogma’s (of ze nu Fundamentalisten of Liberale Rationalisten zijn). Wat Protestantse geleerden hebben gedaan (als ik losjes een gezegde van  Albert Schweitzer mag lenen) is: ze hebben gekeken naar de bron van de geschiedenis om de betekenis van de Bijbel te vinden. Zij hebben volume op volume geschreven over het onderwerp, maar ze hebben helaas alleen hun eigen gezichtspunten gezien.

Protestantse geleerden (zowel “Liberalen” als “Conservatieven”) hebben ten onrechte Empirische methoden gebruikt en verkeerd toegepast in het rijk van de theologie en bijbelse studies. Ik gebruik de term “Empirisme” om deze inspanningen te beschrijven en om te verwijzen naar het rationalistische en materialistische wereldbeeld dat de westerse geest in bezit heeft genomen, en over de hele wereld verspreid blijft. Positivistische denksystemen (waarvan Empirisme er een is) proberen zich te verankeren op een soort basis van “bepaalde” kennis.[11] Empirisme is, strikt genomen, de overtuiging dat alle kennis is gebaseerd op ervaring, en dat alleen dingen die kunnen worden vastgesteld door middel van wetenschappelijke observatie met zekerheid kunnen worden gekend. Hand in hand met de methoden van observatie en ervaring, kwam het principe van de methodologische twijfel. Een goed voorbeeld hiervan is de filosofie van Rene Descartes, die door te laten zien dat alles in het universum kan worden betwijfeld, behalve het eigen bestaan. Dus met de stevige basis van deze ene onbetwijfelbare waarheid (“Ik denk dus ik ben”) zocht hij zijn filosofisch systeem op te bouwen. De Hervormers waren, in eerste instantie, tevreden met de veronderstelling dat de Bijbel de basis van zekerheid was waarop theologie en filosofie kon rusten. Maar toen de Humanistische geest van de Verlichting aan overwicht won,  richtten de Protestantse geleerden  hun rationalistische methoden op de Bijbel zelf – zoekend naar de ontdekking van wat er “met zekerheid” zou kunnen worden gekend. Liberale Protestantse geleerden zijn al klaar met dit streven, en hebben ” de ui teruggeschild” ze nu alleen achtergebleven zijn met hun eigen mening en sentimentaliteit als basis voor wat geloof ze dan ook nog hebben.

Conservatieve Protestanten zijn veel minder vasthoudend in hun rationalistische aanpak. Zo hebben ze onderling eerbied voor de Schrift en een geloven in hun inspiratie bewaard. Niettemin is hun aanpak (zelfs onder de meest verbeten Fundamentalisten) in essentie nog steeds geworteld in de geest van het rationalisme netzo als bij de Liberalen. Een goed voorbeeld hiervan is te vinden onder zogenaamde Dispensatie Fundamentalisten, die vasthouden aan een breeduitgewerkte theorie die stelt dat in de verschillende stadia in de geschiedenis, God is omgegaan met de mens volgens verschillende “vrijstellingen”, zoals de “Adam dispensatie” de “Noach dispensatie”, de “Mozes dispensatie”, de “David dispensatie” en ga zo maar door. Men kan zien dat er een zekere mate van waarheid in deze theorie huist, maar verder dan deze Oudtestamentische vrijstellingen (dispensaties) leren ze dat we op het moment onder een andere “dispensatie” zijn dan de Christenen van de eerste eeuw. Hoewel wonderen bleven gebeuren in de “Nieuw-testamentische periode”, doen ze zich  vandaag niet meer voor. Dit is zeer interessant, omdat deze theorie toelaat (naast het ontbreken van elke Schriftuurlijke basis) dat deze Fundamentalisten de wonderen van de Bijbel bevestigen, terwijl ze op hetzelfde moment in hun dagelijks leven Empiristen zijn. Dus, hoewel de discussie over deze aanpak op het eerste gezicht alleen maar van academisch belang lijkt en ver verwijderd van de realiteit van het omgaan met de gemiddelde Protestant,  is, in feite, zelfs de gemiddelde, vroom “conservatieve” Protestantse leek niet onbeïnvloed door dit soort Rationalisme.

De grote denkfout bij deze zogenaamde “wetenschappelijke” benadering van de Schrift ligt in de bedrieglijke toepassing van Empirische veronderstellingen bij de studie van de geschiedenis, de Schrift en theologie. Empirische methoden werken redelijk goed wanneer ze correct worden toegepast op de natuurwetenschappen, maar wanneer ze worden toegepast waar ze onmogelijk kunnen werken, zoals in unieke momenten in de geschiedenis (die niet kan worden herhaald of waarmee niet geëxperimenteerd kan worden), kunnen ze geen afdoende of juiste resultaten produceren.[12] Wetenschappers moeten nog een telescoop uitvinden die in de geestelijke wereld kan turen, en toch beweren veel Protestantse geleerden  dat in het licht van de wetenschap het idee van het bestaan ​​van demonen of van de duivel is weerlegd.

Al zou de duivel voor een Empirist verschijnen met een hooivork in de hand gekleed in fel rood ondergoed, zou dat zo uitgelegd worden, dat het  gemakkelijk aan het wereldbeeld van deze wetenschappers zou passen. Hoewel dergelijke Empiristen trots zijn op hun “openheid”, worden ze verblind door hun veronderstellingen, in zo’n mate dat ze niets meer kunnen zien dan hun eigen visie op de werkelijkheid. Indien de methoden van Empirisme consequent werden toegepast, zou alle kennis (inclusief de eigen) in diskrediet gebracht worden. Maar het Empirisme wordt welwillend toegestaan ​​inconsequent te zijn door degenen die eraaan vasthouden “omdat haar meedogenloze verminking van de menselijke ervaring, het zo’n hoge reputatie voor wetenschappelijke strengheid verleent, dat het prestige de ondeugdelijkheid van zijn eigen fundamenten met voeten treedt”.[13]

De verbindingen tussen de extreme conclusies waartoe de moderne liberale Protestantse geleerden zijn gekomen, en de meer conservatieve of fundamentalistische Protestanten zullen voor velen niet duidelijk lijken – het minst van alle voor conservatieve Fundamentalisten! Hoewel deze Conservatieven zichzelf zien als bijna lijnrecht tegenover Protestants Liberalisme staand, gebruiken ze toch in essentie dezelfde soort methodes in hun studie van de Schrift als de Liberalen, en met deze methoden gaan samen hun onderliggende filosofische veronderstellingen. Zo wordt het verschil tussen de “Liberalen” en de “Conservatieven” niet in werkelijkheid een verschil van uitgangspunten, maar een verschil in hoe ver het ze tot hun eigen gevolgtrekkingen gebracht heeft.

Als Protestantse exegese echt “wetenschappelijk” was, zoals het zich voordoet te zijn, zouden de resultaten vaste lijn tonen. Als die methoden slechts onpartijdige “technologieën” (zoals velen ze te bekijken) waren, dan zou het niet uitmaken wie ze gebruikte, ze zouden op dezelfde manier “werken” voor iedereen. Maar wat vinden we als we kijken naar de huidige status van Protestantse bijbelstudies? Naar schatting van de “deskundigen” zelf, bevindt zich de Protestantse bijbelwetenschap in een crisis.[14] In feite wordt deze crisis misschien het best geïllustreerd door de toelating van een erkende Protestantse Oude Testamentgeleerde, Gerhad Hasel (in zijn overzicht van de geschiedenis en de huidige status van de discipline van de Oudtestamentische theologie, Oude Testament Theology: Issues in het huidige debat), dat er tijdens de jaren 1970 vijf nieuwe oudtestamentische theologieën zijn geproduceerd “maar niet een stemt in aanpak en werkwijze overeen met een van de anderen.” [15] In feite, het is verbazingwekkend,gezien de door zichzelf uitgeroepen hoge standaard van de wetenschap in de Protestantse bijbelstudies, dat men zijn keuze uit onbegrensde conclusies kan maken, over vrijwel elk onderwerp en ook nog “goede wetenschap” om die te ondersteunen. Met andere woorden, men kan tot bijna elke ​​conclusie komen die u past op een bepaalde dag of voor een probleem, en men kan een Drs. vinden die hem zal verdedigen. Dit is zeker geen wetenschap in dezelfde zin als wiskunde of scheikunde! Waar we hier mee te maken hebben is een studiegebied dat zich presenteert als “objectieve wetenschap”, maar dat in feite een pseudo-wetenschap is, waarachter een verscheidenheid van concurrerende filosofische en theologische perspectieven bestaat. Het is pseudowetenschap, want totdat wetenschappers instrumenten ontwikkelen die in staat zijn God te onderzoeken en te begrijpen, is objectieve wetenschappelijke theologie of bijbelse interpretatie een onmogelijkheid. Dit wil niet zeggen dat er niets echt wetenschappelijks of nuttigs in schuilt, maar dit zeg ik, omdat, gecamoufleerd door deze legitieme aspecten van historische en taalkundige leringen, en  door de mistmachines en spiegels van pseudo-wetenschap verborgen, we  in werkelijkheid ontdekken dat Protestantse methoden van Bijbelverklaring, zowel het product, als de dienaar van de Protestantse theologische en filosofische veronderstellingen zijn.[16]

Met subjectiviteit die de meest speculatieve freudiaanse psychoanalytici overtreft, kiezen Protestantse geleerden de “feiten” en “bewijzen” die passen bij hun agenda. En dan gaan ze verder met hun conclusies die meestal voorbepaald zijn door hun basis veronderstellingen, om hun methoden toepassen op de Heilige Schrift. Terwijl, de Protestantse geleerden, zowel de “Liberale” als de “Conservatieve”, zichzelf omschrijven  als emotieloze “wetenschappers”. [17] En omdat de moderne universiteiten geen Drs. titel geven aan degenen die alleen maar de zuivere waarheid doorgeven, proberen deze geleerden elkaar te overtreffen   met nieuwe “creatieve” theorieën. Dit is de essentie van ketterij: nieuwigheid, arrogant persoonlijke mening, en zelfbedrog.

DE ORTHODOXE

AANPAK VAN DE WAARHEID

Toen ik, door Gods genade, het Orthodoxe geloof vond, had ik geen zin om het Protestantisme en zijn “methodes” van Bijbelstudie een tweede blik te geven. Helaas, heb ik geconstateerd dat Protestantse methoden en veronderstellingen erin geslaagd zijn om zelfs sommige kringen binnen de Orthodoxe Kerk infecteren. De reden hiervoor is, zoals gezegd, dat de Protestantse Schriftbenadering  afgebeeld wordt als “wetenschap”. Sommigen in de Orthodoxe Kerk hebben het gevoel dat ze  de Kerk een grote gunst doen met de invoering van deze fout in onze seminaries en parochies. Maar dit is niets nieuws, dit is hoe ketterij altijd getracht heeft de gelovigen te misleiden. Zoals Sint Irenaeus zei, terwijl hij zijn aanval op de stroom van ketterijen in zijn tijd, begon: “Door middel van misleidende en mooie woorden, lokken ze listig de eenvoudigen van geest om hun systeem te onderzoeken, maar zij vernietigen ze toch onhandig, terwijl zij hen inwijden in hun godslasterlijke meningen ….”

Inderdaad, dwaling wordt nooit aangeboden in haar naakte misvorming, want blootgesteld, komt het natuurlijk uit. Maar zij wordt sluw uitgedost in een aantrekkelijke jurk, zodat het door haar uiterlijk lijkt voor de onervarene (belachelijk als de uitdrukking lijkt) meer waar is dan de waarheid zelf.[18]

Opdat niemand zal worden verward of het fout zal opnemen, laat ik duidelijk zijn: de Orthodoxe benadering van de Schrift is niet gebaseerd op ‘wetenschappelijk’ onderzoek naar de Heilige Schrift. Haar aanspraak op het begrijpen van de Schrift is niet gegrondvest op het vinden van superieure archeologische gegevens, maar in zijn unieke relatie met de Auteur van de Schrift. De Orthodoxe Kerk is het lichaam van Christus, een pijler en fundament van de Waarheid, en het is zowel het middel waardoor God de Schrift schreef (via zijn leden) en de wijze waarop God de Schrift heeft bewaard. De Orthodoxe Kerk begrijpt de Bijbel, want zij is de erfgenaam van een levende Traditie die begint met Adam en zich door de tijd begeeft naar al haar leden tot op vandaag. Dat dit waar is, kan niet worden ‘bewezen’ in een laboratorium. Men moet overtuigd worden door de Heilige Geest en de ervaring van het leven van God in de Kerk.

De vraag die Protestanten op dit punt zullen vragen, is: wie zegt dat de Orthodoxe Traditie de juiste Traditie is, of bestaat er zelfs een correcte Traditie? Ten eerste moeten Protestanten de geschiedenis van de Kerk bestuderen. Zij zullen dan uitvinden dat er maar een Kerk is. Dit is altijd vanaf het begin het geloof van de Kerk geweest. De Geloofsbelijdenis van Nicea maakt dit punt duidelijk: “Ik geloof in .. een Heilige, Katholieke(Algemene) en Apostolische Kerk.” Deze verklaring, die bijna elke Protestantse denominatie beweert nog steeds als waar te aanvaarden, werd nooit geïnterpreteerd om te verwijzen naar een vage, pluralistische onzichtbare “Kerk” die het over een leerstellig niet eens kan worden. De Concilies die de Geloofsbelijdenis (evenals de Schrift) Heilig verklaarden, vervloekten ook mensen die buiten de Kerk waren, of het nu ketters waren, zoals de Montanisten of scheurmakers zoals de Donatisten. Ze zeiden niet: “nou ja, we kunnen niet eens zijn met de dogma’s van de Montanisten, maar ze zijn net zo goed een deel van de Kerk als wij”. Ze werden zelfs uitgesloten van de gemeenschap van de Kerk tot ze terug naar de Kerk kwamen en werden dan in de Kerk ontvangen door de Heilige Doop en de Zalving (in het geval van ketters) of gewoon Zalving (in het geval van scheurmakers) [Tweede Oecomenische Concilie, Canon VII]. Om nog samen te bidden met mensen buiten de Kerk was, en is eigenlijk nog steeds verboden [Canons van de Heilige Apostelen, canons XLV, XLVI]. In tegenstelling tot de Protestanten, die helden maken van degenen, die wegbreken van een  groep en hun eigen afdeling beginnen, werd dit in de vroege Kerk als een van de meest verderfelijke zonden beschouwd. Zoals de Heilige Ignatius van Antiochië [een leerling van de Apostel Johannes] waarschuwde: “Vergist u niet  broeders, niemand die een ander in een schisma volgt, zal het Koninkrijk van God erven, niemand die ketterse leerstellingen volgt is aan de kant van de passie “(Philadelphiers 05:03).

De eigenlijke reden waarom er een Protestantse beweging ontstond, was dat ze protesteerden tegen pauselijke misbruiken, maar voorafgaand aan het wegbreken van het Orthodoxe Oosten door het Romeinse Westen bestonden deze misstanden niet.  Veel moderne Protestantse theologen zijn onlangs begonnen met een tweede blik te slaan op het eerste millennium van onverdeeld Christendom, en beginnen de grote schat die het Westen heeft verloren te  ontdekken (en als gevolg  worden niet weinigen Orthodox).[19]

Uiteraard, is een van de drie beweringen waar: ofwel (1) er is geen juiste Traditie en de poorten der hel kregen de overhand op de Kerk, en dus zijn zowel de Evangeliën als de Geloofsbelijdenis van Nicea fout, of (2) het ware geloof is te vinden in het Papisme, met zijn steeds groeiende en veranderende dogma’s vastgesteld door de onfeilbare “plaatsvervanger van Christus” of (3) de Orthodoxe Kerk is de ene Kerk gesticht door Christus en heeft de Apostolische Traditie trouw bewaard. Dus de keuze voor de Protestanten is duidelijk: het Relativisme, het Rooms-katholicisme, of Orthodoxie.

De meeste Protestanten hebben al lang geleden het idee van ware Christelijke eenheid opgegeven en beschouwden het als een belachelijke veronderstelling dat er misschien slechts een Geloof bestaat, omdat hun theologische basis van Sola Scriptura alleen maar verdeeldheid en argumenten kon opleveren.  Wanneer we geconfronteerd worden met zo’n sterke bekrachtiging betreffende de Eenheid van de Kerk zoals hierboven, reageren ze vaak met afgrijzen, zij vinden dat een dergelijke houding in strijd is met Christelijke liefde. Toen ze beseften dat ze geen ware Eenheid bezaten, zijn ze gaan streven een valse eenheid te creëren, door de ontwikkeling van de relativistische filosofie van het oecumenisme, waarbij het enige geloof dat veroordeeld kan worden, het geloof dat  uitsluitend aanspraak op de Waarheid maakt, is. Dit is echter niet de liefde van de historische Kerk, maar humanistische sentimentaliteit. Liefde is de essentie van de Kerk. Christus is niet gekomen om een ​​nieuwe school van denken op te richten, maar Hij Zelf zei dat Hij kwam om Zijn Kerk te bouwen, waar de poorten van de hel niet zouden zegevieren (Matteüs 16:17). Deze nieuwe gemeenschap van de Kerk, geschapen als “een organische eenheid in plaats van een mechanische eenwording van intern verdeelde personen”.[20] Deze eenheid is alleen mogelijk door het nieuwe leven, gebracht door de Heilige Geest, en wordt mystiek ervaren in het leven van de Kerk.

Christelijk geloof verbindt de gelovigen met Christus en stelt dus  een harmonieus Lichaam van afzonderlijke individuen samen. Christus vormt dit Lichaam door communicatie met elk lid en door hen te voorzien van de Geest van Genade op een krachtdadige, tastbare manier …. Als de band met het Lichaam van de Kerk wordt doorgesneden, zal de persoon daardoor geïsoleerd en opgesloten zijn in zijn eigen egoïsme, en worden beroofd van de gunstige en overvloedige invloed van de Heilige Geest, die verblijft in de Kerk.[21]

De Kerk is een, want zij is het Lichaam van Christus, en het is een ontologische onmogelijkheid dat die kan worden verdeeld. De Kerk is een, zoals Christus en de Vader een zijn. Hoewel dit begrip Eenheid ongelooflijk mag lijken, lijkt het niet zo voor degenen die verder zijn gegaan dan het begrip en de werkelijkheid ervan zijn binnen getreden. Hoewel dit een van die “harde uitspraken” is die velen niet kunnen accepteren, is het een realiteit in de Orthodoxe Kerk, maar het vraagt ​​van iedereen veel zelfverloochening, nederigheid en liefde.[22]

Ons geloof in de Eenheid van de Kerk heeft twee aspecten, het is zowel een historische als een hedendaagse Eenheid. Dat wil zeggen dat toen bijvoorbeeld de Apostelen, dit  leven verlieten, zij niet de Eenheid van de Kerk verlieten. Ze zijn nu net zo goed een deel van de Kerk als toen zij aanwezig waren in het vlees.

Als we de Eucharistie (Avondmaal of Dienst der Dankzegging) vieren in een lokale Kerk, vieren we die niet alleen, maar met de hele Kerk, zowel op aarde als in de hemel.

De Heiligen in de hemel zijn zelfs dichter bij ons dan degenen die we kunnen zien of aanraken. Daarom worden we in de Orthodoxe Kerk niet alleen onderwezen door de mensen in het vlees die God heeft aangesteld om ons te leren, maar door al die leraren van de Kerk in de hemel en op aarde. Wij staan vandaag net zo veel onder de leer van Johannes Chrysostomus als van onze eigen Bisschop. De manier waarop dit onze benadering van de Schrift inwerkt, is dat we niet  particulier interpreteren (II Petrus  1:20), maar als Kerk. Deze benadering van de Schrift kreeg haar klassieke definitie van St. Vincent van Lerins:

Misschien kan hier iemand vragen: Sinds de canon van de Schrift volledig is en meer dan voldoende opzichzelf, waarom is het dan nodig om toe te voegen aan het gezag van de kerkelijke interpretatie? In feite, (moeten we antwoorden), dat de Heilige Schrift, vanwege zijn diepte, niet universeel in een en dezelfde zin aanvaard wordt. Dezelfde tekst wordt verschillend geïnterpreteerd door verschillende mensen, zodat men bijna de indruk krijgt dat er zoveel verschillende betekenissen bestaan als er mensen zijn…. Daarom is het wegens de vele verminkingen die worden veroorzaakt door verschillende dwalingen, dat het inderdaad noodzakelijk is dat het verloop van de interpretatie van de Profetische en Apostolische geschriften geleid wordt in overeenstemming met de regel van de Kerkelijke en Katholieke (algemene) betekenis.

In de Katholieke (Algemene) Kerk zelf, moet met alle zorg worden vastgehouden aan wat altijd en overal, en door iedereen is geloofd. Dit is waarachtig en echt “Katholiek”, zoals aangegeven door de kracht en etymologie van de naam zelf, die alles werkelijk universeel omvat. Deze algemene regel zal echt worden toegepast als we de beginselen van algemeenheid, oudheid, en toestemming volgen. Wij doen dat in betrekking tot de algemeenheid als we alleen dat geloof belijden, dat de hele Kerk belijdt over de hele wereld. (Wij doen dat) met betrekking tot de oudheid als we op geen enkele manier afwijken van de interpretaties die onze voorouders en Vaders duidelijk hebben verkondigd als onschendbaar. (Wij doen dat) met betrekking tot toestemming als we, in deze zelfde oudheid, de definities en voorstellen van alle, of bijna alle, Bishoppen aannemen.[23]

In deze benadering van Schrift, is het niet de taak van het individu om te streven naar originaliteit, maar om te begrijpen wat al aanwezig is in de Tradities van de Kerk. Wij zijn verplicht om niet  buiten de grenzen te gaan die door de Kerkvaders bepaald zijn, maar om de Traditie die we ontvingen trouw door te geven. Dit te doen vereist veel onderzoek en denken, maar meer nog, als we de Schriften echt moeten begrijpen, moeten we dieper ingaan op het mystieke leven van de Kerk. Dit is waarom, wanneer St. Augustinus uitweidt over hoe men de Schrift moet interpreteren (Christelijke Leer, Boeken I-IV), hij meer tijd besteedt aan het soort persoon die de studie van de Schrift vraagt, dan over de intellectuele kennis die men zou moeten  bezitten:[24]

1. Iemand die God liefheeft met heel zijn hart heeft geen trots,

2. Is gemotiveerd om de Kennis van Gods wil te zoeken door geloof en eerbied, in plaats van trots of hebzucht,

3. Heeft een hart onderworpen door vroomheid, een gezuiverde geest, dood voor de wereld, en dat noch angstig is, noch  mensen tracht te behagen,

4. Wie  niets anders zoekt dan kennis van en vereniging met Christus,

5. Wie hongert en dorst naar gerechtigheid,

6. En  ijverig bezig is met de werken van barmhartigheid en liefde.

Met een dergelijke hoge standaard als deze, zouden we nog nederiger moeten steunen op de leiding van de Heilige Vaders die bewezen hebben deze deugden te bezitten. We moeten ons geen illusies maken door te denken dat we beter in staat zijn of slimmere uitleggers van Gods Heilig Woord zijn dan zij.

Maar wat is er dan met het werk dat is gedaan door Protestantse Bijbelgeleerden? In de mate dat het ons helpt de achtergrond geschiedenis te begrijpen en de betekenis van onduidelijkheden, in deze mate is het in overeenstemming met de Heilige Traditie en kan worden gebruikt.

Zoals Sint Gregorius Nazianzenus het uitdrukt bij het spreken over heidense literatuur: “Zoals we gezonde medicijnen hebben samengesteld uit sommige reptielen, hebben we ook uit seculiere literatuur principes van onderzoek en speculatie ontvangen, terwijl we hun afgoderij hebben verworpen …”[25] Dus zolang we ons onthouden van het aanbidden van de valse goden van Individualisme,  Moderniteit, en Academische Ijdelheid, en zolang we erkennen dat er met veronderstellingen wordt gewerkt en hetgene gebruiken dat historisch of taalkundig licht werpt op de Schrift, dan zullen we de Traditie  meer perfect begrijpen. Maar in de mate waarin de Protestantse wetenschap verder speculeert dan de canonieke teksten en vreemde ideeën over de Schrift opwerpt – in de mate waarmee zij het niet eens zijn met de Heilige Traditie, het “altijd en overal” geloof van de Kerk, daarin ze zijn verkeerd.

Als Protestanten denken dat dit arrogant of naïef is, laat ze dan eerst nadenken over de arrogantie en naïviteit van die geleerden, die denken dat ze gekwalificeerd zijn om tweeduizend jaar Christelijke leer opnieuw te schrijven (en gewoonlijk, totaal te negeren). Geeft de verwerving van een Drs. titel een beter inzicht in de geheimen van God dan de totale wijsheid van vele miljoenen gelovigen en de Vaders en Moeders van de Kerk die God trouw gediend hebben, die  gruwelijke folteringen en martelaarschap, bespottingen en gevangenschap doorstonden, voor het geloof? Wordt het Christendom geleerd in het comfort van een studeerkamer, of door ​​zijn kruis te dragen en eraan te worden gedood? De arrogantie ligt bij degenen die, zonder zelfs de tijd te nemen om te leren wat de Heilige Traditie werkelijk is, besluiten dat ze het beter weten, dat er nu eindelijk iemand langs komt die precies heeft begrepen wat de Schrift werkelijk betekent.

CONCLUSIE

De Heilige Schrift is misschien wel het hoogtepunt van de Heilige Traditie van de Kerk, maar de grootheid van de hoogte waartoe de Schrift opstijgt is te danken aan de grote berg waarop zij rust.  Genomen uit zijn verband binnen de Heilige Traditie, is de vaste rots van de Schrift louter een bal van klei, die in elke vorm kan worden gegoten die zijn kneders wensen. Het is geen eer om de Schrift te misbruiken en te verdraaien, zelfs als dit wordt gedaan in de naam van de verheerlijking van hun gezag. We moeten de Bijbel lezen, het is Gods Heilige Woord. Maar om haar boodschap te begrijpen laat ons nederig zitten aan de voeten van de Heiligen, die zich hebben getoond “als daders van het Woord en niet alleen hoorders” (Jakobus 1:22), en zich  door hun leven waardige uitleggers van de Schrift bewezen hebben. Laten we gaan naar hen, die de Apostelen gekend hebben, zoals de Heilige Ignatius van Antiochië en Polycarpus, als we een vraag over de geschriften van de Apostelen hebben. Laten we informeren bij de Kerk, en niet vervallen in zelfmisleidende arrogantie.

**** **** ****  

Voetnoten

1. George Mastrantonis, trans,. Augsburg en Constantinopel: de correspondentie tussen de Tübingse Theologen en Patriarch Jeremia II van Constantinopel op de Augsburgse Confessie (Brookline, Mass: Holy Cross Orthodox Press, 1982), 114.

2. The Illustrated Bible Dictionary, vol. 2 (Wheaton: Tyndale House Publishers, 1980), “Jannes en Jambres,” door AF Walls, 733 -734.

3. Inderdaad was deze lijst niet eens van plan om alle boeken die de Kerk heeft bewaard uit de oudheid en als een deel van de grotere Traditie  beschouwt, te omvatten. Bijvoorbeeld, het boek van Henoch, hoewel geciteerd in de canonieke boeken, was zelf niet opgenomen in de canon. Ik zal niet beweren te weten waarom dit zo is, en om welke redenen de Kerk heeft gekozen om dit boek te behouden, maar nog niet heeft aangewezen om te worden gelezen in de Kerk of bij de canonieke boeken te zetten.

4. Bijvoorbeeld, er is geen plek waar de kwestie van de onfeilbaarheid van de Schrift  in detail wordt behandeld, juist omdat dit geen kwestie van geschil was. In onze dagen, met de opkomst van religieus scepticisme, is dit zeer zeker een probleem, en als de brieven vandaag werden geschreven, zou deze kwestie zeker worden behandeld op een bepaald punt. Het zou dus onverstandig zijn om te concluderen dat, omdat dit probleem niet specifiek is geregeld, dat de vroege Christenen niet dachten dat het belangrijk was of er niet in geloofden.

5. Alexander Schmemann, Inleiding tot de Liturgische Theologie (Crestwood NY: St Vladimirs Seminary Press, 1986), 51 ff.

6. En in feite is dit wat Protestantse wetenschap heeft gedaan. Hoewel het Protestantisme werd gegrondvest op haar aanspraak van het geloven dat de Bijbel de enige autoriteit voor geloof en praktijk, wordt moderne Protestantse wetenschap nu gedomineerd door modernisten die niet meer geloven in de inspiratie en onfeilbaarheid van de Schrift. Ze staan ​​nu boven de Bijbel en verkiezen alleen die delen te gebruiken, die hen passen en de rest verwerpen ze als “primitieve mythologie en legende.” De enige autoriteit die dan voor hen overblijft is zijzelf.

7. De Waldenzen waren een sekte die werd opgericht in de 12e eeuw gesticht door Peter Waldo, die in sommige opzichten vooruit op de Protestantse Reformatie waren. Als gevolg van vervolging door de Rooms-Katholieke Kerk overleefde deze sekte voornamelijk in de bergachtige regio in het noordwesten van Italië. Met de komst van de Protestantse Reformatie, kwamen de Waldenzen onder de invloed van de gereformeerde beweging en met deze bundelden ze in wezen hun krachten. Veel vroege Protestantse historici beweerden dat de Waldenzen een overblijfsel vertegenwoordigden  van “echte” Christenen die voorafgaand aan Constantijn hadden bestaan. Hoewel vandaag de dag geen geloofwaardige historicus dergelijke ongefundeerde bewering zou maken, blijven veel fundamentalisten en sekten zoals de Jehova’s Getuigen volhouden van de vroege Kerk af te stammen door de Waldenzen – ondanks het feit dat de Waldenzen ​​tot op de dag nog steeds bestaan, beweren ze zeker niet Jehova’s Getuigen te zijn.

8. Mastrantonis, 115.

9. Ibid., 198.

10. Ibid., 115.

11. De term Positivisme komt van het Franse woord positif, wat betekent vast of zeker. Deze term werd voor het eerst gebruikt door Auguste Comte. Positivistische systemen zijn gebouwd op de veronderstelling dat een of ander feit of instelling de ultieme basis van kennis is – in Comtes filosofie vormde, ervaring of zintuiglijke waarneming  die basis en dus was het de voorloper van de moderne Empirisme [Zie de Encyclopaedia of Religion and Ethics, 1914 ed., SV ‘positivisme’, door SH Swinny, en Wolfhart Pannenburg, Theologie en Filosofie van Wetenschap, trans. Francis McDonagh (Philadelphia: Westminster Press, 1976), p. 29].

11. De term Positivisme komt van het Franse woord positif, wat betekent vast of zeker. Deze term werd voor het eerst gebruikt door Auguste Comte. Positivistische systemen zijn gebouwd op de veronderstelling dat een of ander feit of instelling de ultieme basis van kennis is – in Comtes filosofie vormde, ervaring of zintuiglijke waarneming  die basis en dus was het de voorloper van de moderne Empirisme [Zie de Encyclopaedia of Religion and Ethics, 1914 ed., SV ‘positivisme’, door SH Swinny, en Wolfhart Pannenburg, Theologie en Filosofie van Wetenschap, trans. Francis McDonagh (Philadelphia: Westminster Press, 1976), p. 29].

12. Bijvoorbeeld, een methode voor het bepalen van de realiteit van de gebeurtenissen in het verleden, onder empirisch gestemde geleerden, is het principe van de analogie. Aangezien kennis is gebaseerd op ervaring, dan is de manier waarop men iets wat onbekend is begrijpt, het te betrekken op iets dat vertrouwd is. Onder het mom van historische analyse oordelen zij over de waarschijnlijkheid van een vermeende gebeurtenis in het verleden (bijvoorbeeld de opstanding van Jezus) op basis van wat we weten plaatsgevonden te hebben in onze ervaring. En aangezien deze historici nooit iets hebben waargenomen wat ze als bovennatuurlijk zouden overwegen, bepalen ze, dat wanneer de Bijbel spreekt van een wonderbaarlijke gebeurtenis in de geschiedenis dat het slechts een mythe of een legende is. Maar omdat voor de Empirist, een wonder een overtreding van een natuurlijke wet inhoudt, kunnen (per definitie) geen wonderen bestaan, omdat natuurwetten worden bepaald door de waarneming van wat we ervaren. Dus als een dergelijke Empirist geconfronteerd zou worden met een moderne analogie van een wonder, zou het niet worden beschouwd als een wonder, omdat het niet langer een overtreding van de natuurwet zou uitmaken. Daarom  krijgen Empiristen geen resultaten die de transcendente werkelijkheid of wonderen vervalsen; maar veeleer ontkennen hun vooronderstellingen, vanaf het begin,  de mogelijkheid van dergelijke dingen. [Zie GE Michalson, Jr, “Pannenburg op de opstanding en historische methode,” Scottish Journal of Theology 33 (april 1980):. 345-359]

13. Rev Robert T. Osborn, “Geloof als persoonlijke kennis,” Scottish Journal of Theology 28 (februari 1975): 101-126.

14. Gerhard Hasel, Oude Testament Theology: Basic Problemen in het huidige debat (Grand Rapids: Eerdmans Publishing Company, 1982), p. 9.

15. Ibid., P. 7.

16. Ik heb Liberaal Protestantisme slechts besproken om de drogredenen van “historische” exegese demonstreren.

Een Orthodoxe Christen heeft veel meer kans om te worden geconfronteerd met een conservatieve Fundamentalist of een Charismatische, simpelweg omdat die hun geloof serieus genoeg nemen om te proberen anderen te bekeren. Liberale Protestantse denominaties hebben hun handen vol om te proberen hun eigen parochianen vast te houden, en zijn niet bekend om hun evangeliseerijver.

17. Voor een meer diepgaande kritiek op de excessen van de historisch-kritische methode, zie Thomas Oden, Agenda voor Theologie: Na moderniteit Wat dan? (Grand Rapids: Zondervan, 1990), pp 103-147.

18. Een Cleveland Coxe, trans., Ante-Nicea Vaders, vol. i , De Apostolische Vaders met Justinus Martelaar en Irenaeus (Grand Rapids: Eerdmans Publishing Company, 1989), blz. 315.

19. In feite is een recente  systematische theologie van drie volumen, door Thomas Oden, gebaseerd op het uitgangspunt dat de “oecumenische consensus” van het eerste millennium maatgevend voor de theologie zou moeten zijn [zie, de levende God: Systematische Theologie Volume One , (New York: Harper & Row, 1987), pp ix – xiv].. Als  Oden alleen maar zijn eigen methodologie helemaal zal volgen, zal hij ook Orthodox worden.

20. De Heilige Nieuwe Martelaar aartsbisschop Ilarion (Troitsky), Christendom of de Kerk? (Jordanville: Holy Trinity Monastery, 1985), p. 11.

21. Ibid., P. 16.

22. Ibid., P. 40.

23. St. Vincent van Lerins, trans. Rudolph Morris, De kerkvaders vol.7, (Washington DC: Catholic University of America Press, 1949), pp 269-271.

24. St. Augustinus, “Over Christelijke leer,” Een Geselecteerde Bibliotheek van de Nicea en Post-Nicea Fathers, serie 1, vol. ii, eds. Henry Wace en Philip Schaff, (New York: Christian, 1887-1900), pp 534-537.

25. St. Gregory Nazianzen, “Oratie 43, Panegyric op Sint Basilius,” Een Geselecteerde Bibliotheek van de Nicea en Post-Nicea Vaders van de Christelijke Kerk, serie 2, vol. vii, eds. Henry Wace en Philip Schaff (New York: Christian, 18871900), p. 398f.

Van Volume 3 van The Christian Activist (inmiddels opgeheven). Het is nu een monografie gepubliceerd door conciliaire Press.

Noot vertaalster: Citaten zijn uit de Bijbel van het Nederlandsch Bijbelgenootschap uitgegeven te Amsterdam in 1969.

Plaats een reactie